In de meest recente editie van de boekenclub is het klassieke werk De Heerser van Niccolo Machiavelli besproken. Tijdens de bijeenkomst zijn verschillende onderwerpen besproken en de resultaten hiervan worden in dit artikel beschreven.
Waar gaat het boek over?
De kern van dit werk kan kortweg worden beschreven als een leidraad om macht te verkrijgen en te bewaren vanuit het perspectief van een vorst. Hoe een vorst dit het beste kan aanpakken hangt echter af van allerlei verschillende omstandigheden die betrekking hebben op hemzelf, zijn vorstendom, zijn onderdanen etc. Deze verschillende elementen kunnen ruwweg in vier categorieën worden opgedeeld:
1: het karakter van de betreffende heerser.
Wat voor achtergrond heeft de heerser? Gaat het om iemand die een geboren heerser is of heeft hij de macht gekregen via andere wegen? Wat voor karakter heeft hij? Is hij een gulle gever of een inhalige vrek? Is hij een strijder voor gerechtigheid of een wrede tiran? Het bovenstaande is relevant gezien het beeld dat van hem bestaan invloed zal hebben op de houding van zijn vijanden, bondgenoten en onderdanen.
2: hoe de betreffende heerser zijn macht heeft verworven.
Wat zijn de processen die de heerser aan de macht hebben geholpen? In het geval hij geen geboren heerser is zijn er verschillende wegen denkbaar waarlangs hij zijn positie kan hebben verkregen en met deze verschillende wegen komen weer allemaal uiteenlopende variabelen kijken, zoals de aard van de eventuele steun die hij kreeg in dit proces, de situatie van het vorstendom voordat hij daar heerser werd etc. De manier waarop de macht is verworven is ook van belang; heeft hij de macht gekregen dankzij een heroïsch streven op het slagveld of heeft hij op een sluwe wijze al zijn rivalen geëlimineerd? Tevens, hoeveel van zijn succes in zijn strijd tot macht was te danken aan zijn eigen bekwaamheid en hoe groot was de rol van vrouwe Fortuna? De antwoorden op deze verschillende vraagstukken hebben invloed op zijn periode als heerser. Dit geldt in het bijzonder voor de eerste periode van zijn heerschappij, wanneer zijn positie nog verankerd moet worden.
3: onder wat voor type het betreffende vorstendom valt.
De schrijver beschrijft allerlei typen vorstendommen waarover een heerser kan heersen en de relevantie hiervan ligt in het feit dat deze verschillende types enorm uiteen kunnen lopen. Iedere variant behoeft zijn eigen beleid en komt met zijn eigen uitdagingen, die zelf weer behoorlijk uiteenlopen tussen de verschillende varianten. Het moge duidelijk zijn dat een heerser die een vorstendom erft van zijn voorouders wiens naam geliefd is bij de onderdanen (de eerdergenoemde geboren heerser) het een stuk makkelijker heeft dan een nieuwe heerser van een nieuw vorstendom. Zeker wanneer dit nieuwe vorstendom is gecreëerd uit pas veroverd land waarbij de onderdanen bestaan uit verschillende groepen met verschillende talen, wetten en gebruiken en die misschien zelfs wel gewend zijn aan zelfbestuur.
Een ander belangrijk karakteristiek waar rekening mee gehouden moet worden is zowel de geografische als de sociopolitieke ligging van het betreffende vorstendom. Zijn er concurrerende machten die azen op dit vorstendom of is het een gebied dat van geen enkel strategisch belang is? Naast deze voorbeelden zijn er nog allerlei andere factoren die bepalen hoeveel potentiële (in)stabiliteit een vorstendom draagt.
4: wat voor type mensen (onderdanen en adel) er in het vorstendom leven.
De bovenstaande categorieën zeggen erg veel over de situatie van het vorstendom maar is niet compleet zonder de vierde (organische) factor. Het type mensen waar een heerser mee te maken krijgt binnen een vorstendom bestaat uit twee groepen: de adel en de massa. De adel is een factor waar rekening mee gehouden moet worden gezien hun potentie hebben om een samenzwering te starten tegen de heerser, hetzij met elkaar hetzij met elementen van buitenaf; ook kunnen ze populariteit bij de massa proberen te verwerven ten koste van de heerser, wat de stabiliteit van de heerschappij in gevaar kan brengen. Vooral in turbulente tijden moet hier in het bijzonder rekening mee gehouden worden. De echte opportunisten onder de adel zijn het grootste gevaar en moeten goed in de gaten worden gehouden door de heerser. De massa daarentegen bestaat altijd uit de meerderheid en vormt de organische structuur van de staat. Deze groep is vrij flexibel en zolang respect voor hun eer, voor vrouwen en voor bezit in acht wordt gehouden is deze bereid vrij veel te tolereren. Echter, wanneer een heerser zijn plichten naar het volk op zo’n manier verwaarloost en het volk daadwerkelijke haat tegen hem ontwikkelt wordt de situatie heel anders. De steun van het volk is normaal gesproken een goede bescherming tegen aanslagen door de eerdergenoemde rivalen gezien de uitvoerders van een aanslag en bijgaande staatsgreep de woede van het volk verwachten. Wanneer het volk echter een vijandige houding naar de heerser heeft is zo’n poging potentieel zonder nadelige gevolgen.
Het bovenstaande geeft een zeer beknopt overzicht van de 26 hoofdzaken die in het boek beschreven staan. Ter ondersteuning van deze theoretische analyses maakt Machiavelli ruimhartig gebruik van destijds actuele, maar ook historische voorbeelden, waarbij de schrijver zowel de fouten als de goede tactieken van historische figuren aanhaalt in de context van bijgaande gebeurtenissen zoals veroveringen, opstanden, oorlogen etc.
Vanuit welk perspectief is het geschreven en wat zijn de motieven?
Het boek is geschreven vanuit het perspectief van een diplomaat die het grootste deel van zijn leven in het Florence van de 15e en 16e eeuw leefde waar hij was geboren en opgegroeid. De schrijver bevond zich op sociaal gebied veelal in het milieu van de Italiaanse bovenklasse, dit gecombineerd met het feit dat Italië het hart van de renaissance verkeerde gaf hem veel kijk op de politieke en sociale ontwikkelingen van die turbulente tijd. Het feit dat de schrijver zijn hele leven aan dit boek heeft gewerkt geeft aan dat hij vrijwel al zijn levenservaring heeft kunnen betrekken bij het schrijven van de tekst wat het een stevige praktische basis geeft.
Deze bovenstaande achtergrond komt duidelijk naar voren in de stijl waarin het boek geschreven is. Deze is pragmatisch te noemen, de Machavelli laat zich niet afleiden door morele vraagstukken. Het motief hiervoor geeft hij zelf aan als hij schrijft dat veel heersers zich te veel bezighouden met “hoe dingen zouden moeten zijn” en niet genoeg met “hoe de dingen daadwerkelijk zijn”. Deze stijl zorgt ervoor dat het werk een bepaalde tijdloze status heeft verworven, omdat de menselijke natuur nu eenmaal een stuk trager evolueert dan de sociale omgeving.
De vraag wat het daadwerkelijke motief van de schrijver is geweest lijkt twee antwoorden te bevatten. Kijkende naar de tekst lijkt er zowel sprake van een direct praktisch en een meer indirect ideologisch motief. Het eerstgenoemde type motief lijkt door de stijl waarin het boek geschreven is vrijwel niet te missen, namelijk dat het is geschreven met het doel de heersers van zijn tijd en die in de toekomst te informeren over de mogelijke situaties die ze op hun pad kunnen tegenkomen tijdens hun heerschappij en ze te leren fouten van heersers uit het verleden te vermijden om zo hun vorstendommen stabieler te krijgen. Een daadwerkelijk “handboek voor heersers” dus.
Het andere motief komt pas in de laatste fase van het boek naar voren. Dit motief is het herstellen van de oude glorie van het Romeinse rijk, een doel dat enkel kan worden bereikt wanneer voldoende stabiliteit ontstaat. De schrijver klaagt regelmatig over het falen van de heersers van zijn tijd. Als zij zijn adviezen ter harte zouden nemen, zouden zij zich op doelen kunnen richten die hoger waren dan hun eigen overleven.
Welke punten vielen het meest op/welke punten waren het meest interessant?
Een van de meest opvallende onderdelen aan dit boek is dat een groot deel van de inhoud helemaal geen geavanceerde manipulatietechnieken lijken. Integendeel, het lijkt erg voor de hand liggen. Wat echter belangrijk is om te onthouden is dat Machiavelli de eerste was die al deze losse logische perspectieven samenvoegde tot een enkele, beknopte tekst. In de tekst komt ook naar voren dat er in de geschiedenis vele heersers zijn geweest die inderdaad op de hoogte waren van een aantal van deze onderdelen, maar vaak door het gebrek aan vaardigheden toch steken lieten vallen, wat in de context van politiek en militaire affaires vrij snel iemands einde betekent. De samenvoeging van al deze inzichten zet in theorie een heleboel van deze fouten buitenspel waardoor heersers zich op grotere dingen kunnen focussen, zoals het eerdergenoemde hogere motief van het herstellen van de glorie van het Romeinse imperium.
Een ander zeer interessant onderdeel van dit werk heeft te doen met de schrijvers visie op de massa in relatie tot de samenleving. Eerder werd al genoemd dat de schrijver een zeer pragmatische visie draagt en deze komt op dit gebied ook duidelijk naar voren. De schrijver schetst het gemiddelde individu af als “ondankbaar, onvoorspelbaar, vals, laf en hebzuchtig” en alleen bereid zich loyaal te presenteren aan hun heerser in zonnige situaties, wanneer zijn diensten niet direct nodig zijn en wie zich het moment dat deze diensten gevraagd worden zonder pardon tegen hem keert. Hiermee zijn direct de meest negatieve associaties met de gemiddelde mens uitgesproken waaruit ook duidelijk wordt dat de massa op geen enkele manier oprecht is geïnteresseerd in politiek of grotere visies maar gewoon zijn leven wil leven. Hoewel dit standpunt in de post-verlichtingswereld vrij controversieel is, is deze in de praktijk vandaag de dag niet minder waar dan in de tijd van Machiavelli. Het ego van de gemiddelde mens mag dan worden gevlijd met heilig gemaakte termen als democratie, vrije keuze en individualisme; in de praktijk worden ze op emotioneel gebied nog steeds als Julius Evola’s metaforische zakken zand van hot naar her gesleept met hulp van mentale manipulatie en illusies. Het grote verschil tussen de tijd van Machiavelli en nu is dat er vandaag de dag veel meer bekend is over de manipulatiemogelijkheden van het menselijk brein en dat de technieken hiervoor veel verfijnder zijn geworden (denk aan de nieuwe propaganda van Bernay’s gecombineerd met technologieën als televisie).
Een ander opvallend punt dat wordt aangehaald in dit werk is de schrijver zijn visie op huurlingen versus fideliteit. Deze concepten mogen in de letterlijke zin wat gedateerd zijn (al komt het in de praktijk nog wel voor in buitenlandse oorlogen) maar het abstracte concept, wat neer komt op kwaliteit versus kwantiteit, is vandaag de dag relevanter dan ooit. De postmoderne wereld wordt geregeerd door een kwantitatieve mentaliteit welke alles tot vergankelijkheid degradeert maar tegelijkertijd als neveneffect heeft dat zelfs de kleinste expressies van kwaliteit in verhouding krachtiger dan ooit zijn.
Hoe relevant is de inhoud van het boek ten opzichte van de situatie van vandaag?
Hoewel de oorspronkelijke historische context van dit werk en vele bijbehorende eigenschappen, zoals de geopolitieke structuur van allerlei concurrerende kleine vorstendommen, niet relevant meer zijn voor de huidige situatie, zijn vele strategieën die worden beschreven dat nog wel degelijk. De wereld verandert en daarmee de sociopolitieke situatie, maar de menselijke natuur blijft vrijwel statisch ongeacht wat de populaire filosofen van het moment vertellen. Machiavelli beschrijft dat in zijn tijd de opinie van het leger er al minder toe doet dan in de Romeinse tijd en dat in zijn tijd de opinie van de massa juist belangrijker is geworden. Hiermee wordt niet bedoeld dat de individuele opinies van de mensen per se belangrijk zijn maar dat de algemene visie tegenover het regime er wel degelijk iets van relevantie heeft. Dit gezien de eerdergenoemde afnemende buffer van bescherming tegen een aanslag van een rivaal wanneer de publieke opinie de diepten van haat bereikt. Vandaag de dag is de situatie nog een stuk complexer. Het is duidelijk dat de algemene mening van de mensen er virtueel nog steeds toe doet met dezelfde redenen als toen, maar zoals eerder genoemd zijn de technieken van massamanipulatie een stuk geavanceerder dan in Machiavelli’s tijd. De publieke opinie wordt geformuleerd door een elite van internationale oligarchen die de propagandisten financieren die op hun beurt weer deze opinies naar de massa tunnelen met behulp van de mediazuil.
Deze constructie, die effectief als ministerie van waarheid dient, kan tevens als wapen worden gebruikt om “personas non grata” te ruineren. Het belangrijkste verschil dat deze constructie echter maakt tegenover de tijd van Machiavelli is dat de daadwerkelijke heersers makkelijk buiten beeld zijn te houden middels de illusie van democratie. De massa kan stoom afblazen door een deel van de schijnheersers weg te stemmen in turbulente tijden zodat het vertrouwen in het systeem blijft bestaan. Deze illusie van keuze is de belangrijkste kaart van de huidige heersers om aan de macht te blijven en is voornamelijk dankzij deze reden heilig verklaard. De concessie van de onderdanen is dus nog degelijk van belang al is de vorm ervan veranderd; het heeft nu geen directe betrekking meer op de daadwerkelijke heersers (de meeste mensen weten niet eens van hun bestaan laat staan hun macht af) maar op het systeem dat ze in het zadel houdt. Zolang er vertrouwen is in het illusionaire systeem hebben de heersers soevereiniteit.
Er is nog een ander Machiavellistisch concept dat dit systeem deels buiten spel heeft gezet, namelijk de vloek en gratie van vrouwe Fortuna. Deze dame speelt een belangrijke rol in de wereldgeschiedenis gezien het onmogelijk is voor een heerser om alle mogelijke situaties te voorspellen. Onverwachte en onvoorzienbare omstandigheden zullen altijd aanwezig zijn. Fortuna heeft In het verleden veel heersers geruïneerd doordat ze zich tegen hen keerde terwijl ze tegelijkertijd vele anderen gezegend heeft door hun kant te kiezen. Hoewel ze zelf nog even aanwezig is als blinde vlek of onverwachte gift zijn haar effecten in het huidige systeem makkelijker controleerbaar geworden. In veel gevallen zijn de effecten van haar sabotage af te vangen voor ze de massa bereiken, in andere gevallen zijn de oorzaken voor het oog van de massa te manipuleren tot de fouten van een ander (vaak een vijand van het systeem).
Uit het bovenstaande lijkt te blijken dat de machiavellistisch principes grotendeels door de moderne wereld zijn uitgeschakeld; dat de tijd ze heeft ingehaald als het ware. Niets is echter minder waar. De internationale elites gebruiken Machiavelli’s aanwijzingen nog evenveel in hun onderlinge concurrentie die veelal wordt uitgevochten in de vorm van oorlogen, kijk bijvoorbeeld naar het Rusland/Oekraïne conflict. De nieuwe propagandatechnieken maken het echter mogelijk de daadwerkelijke motieven af te sluiten met een rookgordijn aan afleidingen en illusies. Daarbij is het ook belangrijk te bedenken dat de kern van Machiavellistische principes tevens een mentaliteit beschrijven die ver voor Machiavelli’s tijd bestond. Deze mentaliteit kan worden beschreven als een soort van wil tot macht los van iedere vorm van principe of verantwoordelijkheid die in ieder individu aanwezig is. Deze mentaliteit is van alle tijden en is bijna een soort natuurwet die door Machiavelli voor het eerst duidelijk werd beschreven in de koele pragmatische kern van zijn filosofie. Hoewel de complexiteit van het huidige systeem veel kan verhullen is het bijna niet te ontkennen dat de realiteit van de moderne mercantiele era wordt gekenmerkt door Machiavellisme. In een systeem dat geen kennis heeft van hogere principes kan enkel koel en utilitair pragmatisme de boventoon voeren. Deze mentaliteit heeft iedere laag van het systeem overgenomen en wordt bijvoorbeeld zichtbaar in het bedrijfsleven. De concurrentie tussen bedrijven (wat voor een groot deel bestaat uit de strijd van een kartel grote bedrijven tegen kleinere bedrijfjes) is een goed voorbeeld van een situatie die zeer Machiavellistisch kan uitpakken. Ook binnen bedrijven ziet men dat iedere truc uit de doos (of hoofdstuk uit het boek?) wordt gehaald om hogerop te komen.
Hetzelfde geld voor de situatie binnen politieke partijen (wat in principe ook bedrijven zijn) welke zich ook niet zelden als Machiavellistisch slagveld tonen. Een blik op een social media platform naar keuze laat zien dat de massa de dans ook niet is ontsprongen en deze dankzij systematische atomisering verwikkeld is geraakt in een machiavellistische “deugd” strijd van iedereen tegen iedereen.
Wat betekent al het bovenstaande dan voor de dissidenten van vandaag? Alle lessen uit dit boek beschrijven een koele wil tot macht, dit is geen morele kwestie van goed of kwaad, maar dient gezien te worden als een amoreel stuk gereedschap dat door iedereen gebruikt kan worden. Machiavellisme wordt vaak als iets negatiefs beschreven maar in die gevallen wordt de theorie al direct gekleurd door een praktijkbeeld wat vaak neer komt op iemand die een ander benadeelt om zichzelf te verrijken. Dit puur individuele machiavellisme is ook wat in de bovenstaande paragrafen wordt beschreven en is tegenover het bouwen van een gemeenschap en binnen een samenleving inderdaad een destructieve trek. Als machiavellisme echter wordt begrepen als een neutraal feit van het leven kan er meer mee worden bereikt dan enkele individuele verrijking. Hiervoor moet naar de eerder besproken motieven van Machiavelli zelf worden gekeken waarin hij aangeeft dat door zijn genoemde theorieën te begrijpen men groot voordeel kan krijgen op het speelveld en via deze weg de mogelijkheid krijgt meer stabiliteit te verwerven om zo naar grotere doelen te kunnen kijken. Het belang van stabiliteit voor ontwikkeling is een eeuwige wet. Zelfs nu Machiavelli’s theorieën algemeen bekend zijn in de hogere lagen van de samenleving (men mag ervan uit gaan dat in bepaalde sferen iedereen dit boek gelezen heeft), hebben zij die buiten die kringen staan er nog steeds een voordeel aan gezien ze zich als het ware op de hoogte brengen van de spelregels en zo bepaalde situaties sneller herkennen. Dit voordeel zal zich vooral uiten in de vorm van verdediging in eigen kringen gezien het de kunst van fideliteit promoot waardoor destabiliserende machiavellistische zelfverrijkers makkelijker te herkennen zijn.
Wat voor les kunnen dissidenten uit dit werk destilleren?
Een andere belangrijke les voor dissidenten is de duidelijke voorkeur die Machiavelli uitspreekt over het focussen op “hoe dingen zijn” in plaats van op “hoe dingen moeten zijn”. Het belang hiervan kan niet worden onderschat gezien de geschiedenis een organisch proces is dat, ondanks terugkomende cyclische patronen, zichzelf nooit exact herhaalt. Hoewel gezond idealisme absoluut noodzakelijk is en men absoluut kan (en moet!) leren van het verleden moet men tevens zeer op de hoede blijven voor de donkere schaduw van nostalgie. Nostalgie naar een idyllische wereld die (n)ooit was is niet alleen illusionair, maar ook demoraliserend. In plaats van de ogen te sluiten voor de huidige realiteit moet men naar de kaarten kijken die men gedeeld heeft gekregen, want daarmee wordt het spel van nu gespeeld.